Hersenspinsels.
Een luchtweerspiegeling
van het leven zo mooi
bloemrijke elegantie op weg naar de bonnefooi.
bloemrijke elegantie op weg naar de bonnefooi.
Een schaars hemels
wezen, goudkleurig van haar
net een grotesk fantoom, etherisch, ongrijpbaar.
net een grotesk fantoom, etherisch, ongrijpbaar.
Door elfen gedragen,
vrouw natuurlijke geesten
hun haren bijeen gestrengeld, alsof ze gingen feesten.
hun haren bijeen gestrengeld, alsof ze gingen feesten.
Maanlicht als hoofd
spot met sterren als aureool
frisse bries in de bomen, zuiver van de noordpool.
frisse bries in de bomen, zuiver van de noordpool.
Al die bomen blaadjes
ze hingen in de tocht
ieder blaadje was verteld wanneer het ruisen mocht.
ieder blaadje was verteld wanneer het ruisen mocht.
Op nevelige akker
wolken mochten de elfjes dansen
muziek was er voor iedereen in verschillende cadansen.
muziek was er voor iedereen in verschillende cadansen.
Eensklaps was er een
kabaal, het festijn liep op zijn eind
‘t daglicht dat nakend was en ’t nachtduister dat verdwijnt.
‘t daglicht dat nakend was en ’t nachtduister dat verdwijnt.
Alles vlug bijeen
gebracht, sommige moest men wekken
iedereen wist terstond, dat niemand wou vertrekken.
iedereen wist terstond, dat niemand wou vertrekken.
©Marcel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten