Leven.

Leven.

Veel liever dan toe te geven
al duurde dat geven maar even
wanneer hij iemand zag
dan schoot die in een lach
daar kon hij niet verder mee leven.

© Marcel.

Horen.

 Horen.

Er werden eens kuikens geboren
hun schalen die waren verloren
de haan kwam kijken
hij wilde niet wijken
maar de kippen die lieten zich horen.

© Marcel

Kater.

 Kater.

Er was eens en kikker in  ‘t water
die leerde te kwaken voor later
hij wou aan de top
blies zijn wangzakken op
het was net als ‘t gevoel na een kater.

© Marcel.

Besproeien.

 Besproeien.

Er was eens een bloem die wou bloeien
dat bijtjes erop kwamen stoeien,
ze vond het fideel
op zoek naar ‘t stuifmeel,
maar de regen die kwam hen besproeien.

© Marcel.

Brossen.

 Brossen.

Een Brugse die kant wou gaan klossen
de klosjes die mocht zij niet lossen
om dat te kunnen
moest men haar tijd gunnen
daarom mocht zij geen enkele les brossen.

© Marcel.

Nikske.

 Nikske.

Er was eens een kindje Aliske
als kusje gaf ze steeds een likske
 dat deed ze zo graag
heel goed sappig, maar traag
maar nog liever deed  z’ haar eigen nikske.

© Marcel.

Verafgoodde.

 Verafgoodde.

Nu heb ik een vriend in Gelrode
op zijn werk gaat alles in code
er is iets wat hij heeft
waar hij alles voor geeft
zijn Suzanne , die hem verafgoodde .

© Marcel.

Opgeschoven

 Opgeschoven.

Ik heb een vriendin in Zandhoven
je kan het misschien niet geloven
maar toch is het waar
al zie je ‘t niet aan haar
doch ze is weer een jaar opgeschoven 

© Marcel.

Steenbok.

Steenbok.

Er zat eens een bok in de bergen
hij moest veel van zijn krachten vergen
lang hield hij ’t niet vol
want de echo klonk hol
maar dat kwam door elkeen daar te tergen.

© Marcel.

Boogschutter.

 Keilen.

Er was eens een man met veel pijlen
hij mikte en zonder te feilen
uit zijn kleine boot
de boogschutter die schoot
 liet zijn pijlen over ’t water keilen.

© Marcel.

Schorpioen.

Schorpioen.

Een schorpioen kwam eens uit Wenen 
soms denk je dat zij het niet menen 
zij grijpen hun buit 
met hun gifangel uit 
want ze bijten of steken je tenen.

© Marcel. 

Weegschaal.

 Weegschaal.

Er was eens een weegschaal uit Aken
ze wikte en woog alle zaken
soms was ze defect
en dan werd ze gecheckt
maar ze schreeuwden het niet van de daken.

© Marcel.

Maagd.

 Maagd.

Er was eens een maagd die wou zingen
van dit en van dat en veel dingen
ze was nog zo jong
maar van al wat ze zong
waren ‘t liedjes voor in hoger kringen.

© Marcel.

Leeuw.

 Leeuw.

Een leeuw is geen dier als een ander
zij houden alleen van elkander
zij gaan soms op jacht
met hun lenige kracht
en dan zijn ze elkaars tegenstander.

© Marcel.

Kreeft.

Kreeft.

 

Een kreeft is een dier met veel poten

wel tien om er mee te gaan lopen

soms eens op de tast

hebben zij al iets vast

want hun scharen die blijven gesloten.

© Marcel.

Tweeling.

 

Tweeling.

Er was eens een tweeling in droomland
zij droegen hetzelfde mooi armband
het glinsterde hard
doch het was wat verward
maar de realiteit kreeg de voorhand.

© Marcel.

Stier.

 Stier.

Er stonden eens stieren te wachten

wijl ze met hun allen  nadachten

er is hier geen koe

de anderen loeiden boe

't was daarom zij de stieren uitlachten.

© Marcel.

RAM.

 Ram.

Een ram is de heer van de schapen
hij doet heel wat meer dan te slapen
hij zorgt voor zijn jong
dat wat in het rond sprong
en van ‘t klooien zit hij soms te gapen.

© Marcel.

Vissen.

Vissen.

Er zaten twee vissen in ’t water

veel blaasjes kwam door hun getater

ze hadden geen dorst

maar dat was hun een worst

en ze dronken zich samen een kater.

© Marcel.

Waterman.

 Waterman.

Een waterman speelt veel met ‘t water
waarom hij dat doet is voor later
dat doet hij spontaan
kan dat heel lang aan
om te horen naar ’t water geklater.

© Marcel.

Leven.

 Leven.

Het zit mij nu allemaal tegen 
ik wou dat ik dat uit kon vegen 
maar zoals je ziet 
kan ik dat zo maar niet 
want dat is een groot deel van mijn leven. 

© Marcel..

Bezweet.

 Bezweet.

De natuurwetten hebben mij beet 
het zit mij niet tegen 't is wel heet 
kan het niet meten 
maar nu mag je 't weten  
de infraroodsauna maakt mij bezweet. 

© Marcel.

Trant.

                                                        Trant.

Dat ik vijf vingers heb aan elke hand. 
iedereen heeft ze dus 't is geen schand 
is er een probleem  
elkeen heeft er wel een 
jij en ik iedereen gaat voor die trant. 

© Marcel.

Lachten.

Lachten. 

De wachtkamer dient om te wachten 
daar droom om mijn pijn te verzachten 
en is dat dan niet 
toch niemand die het ziet 
we 'r daarna met z'n allen om lachten. 

© Marcel. 

Vertellen.

 Vertellen.

Er is hier iemand aan het bellen
over wat kan ik niet uitleggen
is dat wel gewoon
als het gaat over loon
misschien het je later zal vertellen.

© Marcel.